Misschien drink jij zelf wel liters wijn weg, maar heb je helemaal geen idee hoe wijn precies gemaakt wordt. Daarom gaan we je kort uitleggen hoe wijn gemaakt wordt. Zo’n heerlijk druivensapje wordt namelijk niet zomaar gemaakt.
1. Met liefde uit de grond.
Jouw flesje begint in een wijngaard, waar het zaadje met liefde van de boer uitgroeit naar een plant die druiven produceert. Vervolgens worden de druiven met de hand of door een machine geplukt. Het voordeel van met de hand plukken is dat de druifjes niet beschadigd raken en dus net zo knap blijven als jij!
2. Het persen van de druiven.
Na het plukken worden de druiven voorzichtig geperst, waarbij de steeltjes eraf worden gehaald omdat deze voor een zure smaak zorgen. Dat willen we natuurlijk niet! Bij het persen komen alle heerlijke smaken vrij uit de schil en het vruchtvlees van de druif. Het sap hieruit noemen we most.
3. Gisten van de wijn.
Na het persen van de druiven begint het sap, of most, langzaam te veranderen. Eerst zet de gist de suikers in het sap om in alcohol. Dit maakt het sap tot jonge wijn, die vaak nog een beetje zuur smaakt door de aanwezige appelzuur. Dan gaat de wijn de tweede veranderingen in. Bij Marwijn noemen we dit de puberteit van de wijn. Hierin wordt de appelzuur omgezet in een wat zachter stofje, waardoor de wijn een betere smaak krijgt. Hierna wordt de wijn nog gefilterd om ongewenste stofjes eruit te halen.
4. Dat vat in!
De gefilterde wijn wordt opgeslagen in vaten om te rijpen. De een doet er wat langer over dan de ander, net als bij mensen. Uiteindelijk bereikt elk vat de gewenste smaak voor het wijntype. De meeste wijnen worden enkele maanden opgeslagen om te rijpen.
5. Drinken maar.
Dit is voor jou waarschijnlijk de bekendste stap. Je mag die mooie fles ontkurken om lekker van te genieten met een hapje en een lachje! Genieten hoort erbij in het leven, en daar mag soms gerust een glaasje wijn bij!
